Wormen bij paarden

De afgelopen jaren komen we in de praktijk regelmatig paarden tegen die in meer of mindere mate last hebben van maagdarmwormen. De verschijnselen zijn zeer uiteenlopend, van verminderde groei en een doffe vacht tot koliek en uiteindelijk sterfte. Zaak dus om als paardeneigenaar voldoende aandacht aan worminfecties te besteden. Om je hierbij een handvat te bieden, hebben we achtereenvolgens op een rijtje gezet wat je kunt doen qua management, diagnostiek en behandeling.

Management

Het is altijd belangrijk om een probleem bij de bron aan te pakken. Bij wormbesmettingen is dit niet anders. Wanneer je door goede managementmaatregelen de besmetting van de omgeving én de paarden significant kunt verminderen,  vormt dit de basis voor een effectief beleid. Immers, wanneer de paarden niet (of minder) besmet worden, zul je minder klachten hebben en zal er minder behandeld hoeven worden. Goed voor zowel je paard, je portemonnee en het milieu. Aan welke managementmaatregelen kun je dan zoal denken?

De belangrijkste insteek van een goed wormmanagement is de infectiedruk op de weide zo laag mogelijk te houden. Simpel gezegd worden wormen met de mest op de weide gebracht en kunnen zo na verloop van tijd andere dieren besmetten. Regelmatig de mest uit de weide halen is dus een eerste stap om de infectiedruk laag te houden. Doe dit indien mogelijk tenminste twee keer per week. Dit heeft minstens net zoveel effect als een wormbehandeling.

Daarnaast kun je (indien praktisch mogelijk) regelmatig omweiden naar een schone weide. In het meest ideale scenario voer je vóór het omweiden mestonderzoek uit, zodat je een eventueel aanwezige wormbesmetting kunt behandelen voordat de paarden op de schone weide komen. Ook hiermee voorkom je besmetting van de schone weide.

Met een schone weide wordt een weide bedoeld waar in dat jaar nog geen paarden hebben gegraasd. Het maaien en bloten van de weide tijdens zonnige omstandigheden heeft ook een positieve invloed op de wormdruk op de weide. De mestballen worden door het maaien namelijk uit elkaar gewerkt, waardoor de wormeieren en larven onder invloed van warmte en zonlicht sneller af zullen sterven.

Een lage bezetting van de weide vormt een aanzienlijk minder groot risico voor wormbesmettingen. Probeer daarom een bezetting van maximaal één paard per hectare te hanteren. Uiteraard is dit praktisch lang niet altijd mogelijk.

Het tussendoor of gelijktijdig laten begrazen van de weides door andere diersoorten als runderen of schapen kan ook een positief effect hebben op de wormbesmetting. De wormeieren die deze dieren uitscheiden zijn namelijk niet gevaarlijk voor de paarden die later op het perceel komen. Daarnaast ontwikkelen de eieren die door andere diersoorten dan paarden worden opgenomen zich niet tot infectieuze laren, waardoor de cyclus wordt onderbroken en de besmetting voor paarden afneemt.

In het algemeen is een goede hygiëne rondom je paard aan te raden, uiteraard heeft dit meer positieve effecten dan enkel in het kader van wormen. Specifiek in het kader van horzellarven kan het verwijderen van de horzeleitjes van je paard de besmetting behoorlijk verkleinen. Vaak worden deze eitjes gezien op onder andere de benen van je paard.

Diagnostiek en behandeling

Naast managementmaatregelen kun je via mestonderzoek in beeld brengen hoe het ervoor staat met de wormbesmetting van je paarden. In het verleden werd er vaak volgens een standaard protocol ontwormd zonder te kijken naar de daadwerkelijke besmetting van de paarden. Via deze methode worden veel paarden onnodig ontwormd. Bovendien is er hierdoor meer kans op resistentieontwikkeling tegen de wormmiddelen én komt er onnodig veel middel in het milieu terecht. Bij bepaalde leeftijdscategorieën en in specifieke situaties blijft een standaard schema wel het advies.

In grote lijnen hebben wij hiervoor enkele adviezen. Om dit gestructureerd te kunnen doen hebben wij drie verschillende groepen dieren gedefinieerd. Dit zijn de jonge veulens tot 1 jaar leeftijd, de jonge paarden tot 3 jaar leeftijd en de paarden ouder dan 3 jaar. Drachtige merries zijn daarnaast een groep dieren die een iets andere aanpak vragen, waarover later meer.

Veulens

Jonge veulens lopen een groter risico als het gaat om wormbesmettingen. Dit komt doordat zij zelf nog geen of onvoldoende afweer hebben opgebouwd tegen wormbesmettingen, waardoor zeker de spoelwormen (Parascaris equorum) een groot probleem in deze leeftijdscategorie kunnen worden. Oudere dieren hebben over het algemeen voldoende weerstand tegen spoelwormen, maar kunnen de cyclus wel in stand houden en daarmee zorgen voor infectie van de jonge veulens. Er zijn uitzonderingen bekend waarbij oudere dieren toch last krijgen van een spoelworminfectie (bijvoorbeeld bij het Friese paard).

Het advies is om veulens op een leeftijd van 2/2,5 maand te ontwormen met Pyrantel of Fenbendazol. Op een leeftijd van 4,5/5 maand is het advies om dit nogmaals te herhalen in combinatie met Ivermectine om ook de rode bloedwormen (Cyathostominae) goed te behandelen (deze zijn vaak resistent tegen onder andere Fenbendazol). Bij het spenen (rond de leeftijd van 6 maanden) is het advies om mestonderzoek uit te voeren en afhankelijk van de uitkomst te ontwormen tegen spoelwormen en/of rode bloedwormen.

Jonge paarden (tot 3 jaar)

Voor jonge paarden geldt dat ook zij langzaam weerstand op moeten bouwen tegen wormen. Afhankelijk van de infectiedruk vanuit de omgeving betekent dit dat wormen voor weinig tot veel problemen kunnen zorgen. Het protocol voor deze diergroep is er daarom op gericht om de besmetting in beeld te brengen middels regelmatig mestonderzoek en indien nodig vaker te ontwormen. Mestonderzoek voor de start van het weideseizoen in combinatie met behandeling indien nodig kan worden opgevolgd door elke 2-3 maanden de mest nogmaals te onderzoeken. Kanttekening hierbij blijft dat een mestonderzoek soms een onderschatting kan zijn van de daadwerkelijke wormbesmetting, bijvoorbeeld doordat ingekapselde larven niet worden aangetoond in mestonderzoek.

In het najaar (oktober/november) kan ervoor worden gekozen om jonge paarden standaard te ontwormen tegen lintwormen, horzellarven en ingekapselde larven. Mocht je perse willen weten of behandeling tegen lintwormen wel nodig is? Dit is via mestonderzoek niet aan te tonen, maar via een speekseltest kan wel worden gekeken hoe hoog de besmetting is.

Oudere paarden (vanaf 3 jaar)

Deze groep dieren heeft normaliter al deels afweer opgebouwd tegen wormen. Het advies voor deze groep is daarom om 2 tot 3 keer per jaar mestonderzoek te doen, bijvoorbeeld in de maanden maart, juni en september. Standaard ontwormen in het najaar (oktober of november) kan om dezelfde reden zoals genoemd bij de jonge paarden. Door het mestonderzoek regelmatig uit te voeren in combinatie met de juiste managementmaatregelen zoals eerder genoemd, blijkt dat in veel gevallen ontwormen bij oudere paarden niet noodzakelijk is.

Om te controleren of een behandeling effectief is geweest, kun je dit ongeveer twee weken na de behandeling via mestonderzoek controleren.

Nieuw aangekochte dieren kunnen (resistente) wormen met zich meebrengen. Je kunt dit checken vóór aanvoer (mestonderzoek) of kiezen voor standaard ontworming voordat de dieren op de weide worden toegevoegd. Wacht dan tenminste 48 uur na het ontwormen, zodat eventueel aanwezige eitjes niet alsnog op de weide terecht komen. Controle van een ingestelde behandeling na twee weken is ook hier aan te raden.

Drachtige merries

Drachtige merries hebben vaak aan het einde van de dracht een natuurlijke dip in de weerstand, waardoor zij soms grotere hoeveelheden eitjes kunnen uitscheiden. Dit is van negatieve invloed op de weidebesmetting maar kan ook een risico vormen voor het pasgeboren veulen. Door in het laatste deel van de dracht te ontwormen kan de uitscheiding worden verminderd. Belangrijker is echter om regelmatig (2x per dag) de mest uit de stal te verwijderen.

Bovenstaand zijn slechts algemene adviezen. Vaak is een advies op maat voor jouw bedrijf waardevoller. Neem daarom contact op met de praktijk zodat we dit samen met je kunnen bespreken.

Deze website maakt gebruik van cookies om ervoor te zorgen dat u de beste ervaring krijgt op onze website. Bekijk Privacyverklaring