De rode lebmaagworm

Schapenhouders opgelet, we hebben de afgelopen tijd meerdere schapen behandeld tegen infecties met de rode lebmaagworm (Haemonchus contortus). De dieren waren mild tot heftig geïnfecteerd, waarbij uiteindelijk zelfs sterfte op kan treden. Het is daarom belangrijk om hier extra waakzaam op te zijn.

De rode lebmaagworm gedijt goed onder natte, vochtige weersomstandigheden. De afgelopen weken zijn met de vele neerslag en de zomerse temperaturen daarom ideaal voor deze parasieten. Onder deze omstandigheden kunnen nieuwe wormeieren op de weide zich binnen 2 weken ontwikkelen tot infectieuze (besmettelijke) larven. Dit is goed om te weten bij de inzet van ontwormingsmiddelen. Bepaalde ontwormingsmiddelen werken bijvoorbeeld erg doeltreffend, maar slechts voor enkele dagen. Ondanks dat deze middelen hun werk goed doen, kan het dus voorkomen dat er na 2-3 weken opnieuw een besmetting optreedt wanneer de dieren op dezelfde weide blijven. Omweiden naar ‘schone’ weides is dus een cruciaal punt in de wormbestrijding! Met alleen stomp voor de voet weg ontwormen krijg je het niet onder controle.

De wormen zitten, zoals aan de naam al is af te lezen, voornamelijk in de lebmaag. Ze voeden zich hier met bloed van het schaap, wat ze opzuigen uit de lebmaagwand. Het schaap krijgt bij een hevige infectie vervolgens last van bloedarmoede. Klinisch zijn de schapen zwak, hebben bleke tot krijtwitte slijmvliezen in de ogen en soms een verdikking (oedeem) tussen de kaaktakken/onder de kop. In tegenstelling tot enkele andere wormsoorten zal een infectie met enkel de rode lebmaagworm lang niet altijd tot diarree lijden. Het is dus zaak om juist op de andere, kenmerkende verschijnselen van Haemonchose (infectie met de rode lebmaagworm) te letten! De slijmvliezen van de ogen kun je eenvoudig zelf controleren door het onderooglid naar buiten te krullen. Bij een gezond schaap horen deze slijmvliezen mooi roze-rood te zijn. Wanneer er sprake is van bloedarmoede worden deze bleek tot krijtwit.

Om problemen te voorkomen is het zaak om de infectiedruk vanuit de omgeving zo laag mogelijk te houden. Dit houdt praktisch in dat de schapen elke 14 dagen omgeweid moeten worden na een ‘schone’ weide. Op basis van de klinische verschijnselen én door met enige regelmaat mestonderzoek uit te voeren kan er bepaald worden of ontworming nodig is. Mestonderzoek na ontworming kan tevens dienen als controle van de werkzaamheid van het gebruikte ontwormingsmiddel. Tussen bedrijven en regio’s kunnen duidelijke verschillen aanwezig zijn met betrekking tot de werkzaamheid en al dan niet voorkomende resistentie tegen bepaalde middelen.

Meer lezen over de rode lebmaagworm of andere maagdarmwormen bij schapen? Dat kan op deze pagina. Voor vragen kun je contact opnemen met de praktijk via 0541-798001 of via WhatsApp.

Deze website maakt gebruik van cookies om ervoor te zorgen dat u de beste ervaring krijgt op onze website. Bekijk Privacyverklaring